Achter de schermen bij M: het museumdepot

Het depot van M

© M Leuven, foto: Thomas Ost

Achter de schermen bij M: het museumdepot

Schatten in de kelder

De collectiestukken die je in M kan gaan bekijken, zijn hooguit een sneeuwvlokje op het topje van een ijsberg. In het depot worden nog tienduizenden andere kunstwerken bewaard. Maar waar is dat depot precies? Hoe ziet het eruit? En wat houdt ‘bewaren’ juist in? Diensthoofd collecties Marjan Debaene en depotbeheerder Benedicte Dierickx leggen uit.

Het depot van M

© M Leuven, foto: Thomas Ost

 

Toen ik bij het museum begon, werd de collectie geraamd op 42.000 stukken. Niemand wist het precies.

Marjan Debaene

Een dag in het depot

Benedicte: “Registratie is een van mijn dagelijkse taken. En als collega’s of onderzoekers objecten willen zien, zet ik die voor ze klaar. Ik maak de stukken ook gereed voor tentoonstellingen of bruiklenen: afstoffen, reinigen, de conditie checken, naar de restaurateur sturen als dat nodig is…. Bij tentoonstellingen geef ik advies over hoe het stuk gemanipuleerd moet worden door de art handlers, hoe het opgesteld moet worden, welke materialen daarbij gebruikt mogen worden... En natuurlijk help ik bij de opbouw zelf.”

“Ik heb een bureau bij de afdeling Oude Kunst. Als ik met de computer moet werken, zit ik daar; als ik iets met de objecten zelf moet doen, ben ik in het depot. Veel mensen denken dat het een onprettige plek is, zo zonder daglicht. Maar ik vind het niet erg, hoor. Je komt wel eens boven om te eten. En je hebt er geen telefoonbereik (lacht).’’

    

“We proberen het zo te regelen dat alleen ik in het depot werk, zodat we het licht zo min mogelijk moeten aansteken – de meeste kunstwerken houden niet van licht. In de praktijk komen mijn collega’s van Oude Kunst en Hedendaagse Kunst ook wel vaak langs, om objecten te bekijken en te onderzoeken.”

Image
Museumdepot, 2021, M Leuven, foto: © Thomas Ost voor M Leuven

Wat zit er in de collectie Oude Kunst

Marjan Debaene is collectiebeheerder Oude Kunst bij M.

 

Marjan: “We hebben vooral een heel diverse collectie. Dat gaat van archeologische stukken uit de prehistorie tot schilderijen uit de 21ste eeuw. In alle mogelijke materialen: hout, steen, metaal, papier, textiel, brandglas, vaatwerk...“

 

“De kiem van de Leuvense stadscollectie is eind 18de eeuw gelegd met een soort historisch rariteitenkabinet. Na de Franse revolutie werd dat uitgebreid met kerkelijke kunst − veel religieuze instellingen zijn in die jaren gesloten of opgedoekt, en een deel van de kerkschatten werd toegewezen aan de gemeentes. In de 19de en vroege 20ste eeuw kwamen er veel schenkingen bij, vaak werk van kunstenaars die toen nog niet zo bekend waren, maar die later zijn uitgegroeid tot grote namen. We hebben bijvoorbeeld enkele atelierplaasters van Constantin Meunier. Die heeft in Leuven gewerkt, en die stukken zijn hier gebleven. Nu zijn die letterlijk onbetaalbaar.”

 

“In de loop van de 20ste eeuw hebben we ook veel langdurige bruiklenen uit kerken en kloosters gekregen. Dat gebeurde om veiligheidsredenen: die stukken zijn vaak kostbaar, en in een kerk inbreken was toen niet zo moeilijk. Wij bewaren ze, maar ze zijn nog altijd het eigendom van kerkfabrieken of ordes.”

Image
Museumdepot, 2021, M Leuven, foto: © Thomas Ost voor M Leuven

“Onze belangrijkste deelcollecties zijn de late gotiek en de renaissance, vooral dan schilder- en beeldhouwkunst en brandglas. Maar we hebben ook interessante handschriften, boeken, meubels, edelsmeedwerk… En er zitten natuurlijk ook topstukken in andere deelcollecties.”

 

“Onze oudekunstverzameling is hoofdzakelijk lokaal. We hebben ook wel wat Nederlandse, Duitse en Franse kunstenaars, maar de focus ligt toch vooral op het oude hertogdom Brabant.”

 

“Als we nieuwe stukken kopen, zetten we vooral in op het vullen van leemtes. We gaan bijvoorbeeld geen schilderijen van Ensor aankopen. Als iemand er ons één wil schenken, dan gaan we natuurlijk geen nee zeggen. Maar kopen: dat is meer voor het KMSKA of Mu.ZEE in Oostende – Ensor past in hun collectie.”

 

“Wij beheren een aankoopbudget van stad Leuven. De voorbije jaren is dat gevoelig gestegen. Een heel goede zaak, vind ik, want nu kunnen we ons toch wat meer uit de slag trekken op de kunstmarkt. Eind 2019 hebben we ‘Man van smarten’ kunnen kopen, een werk uit het atelier van Dieric Bouts. En vorig najaar hebben we bij een kunsthandelaar in Londen drie gebrandschilderde vroeg-16de-eeuwse medaillons kunnen aanschaffen, waarvan er één wordt toegeschreven aan de Leuvense kunstenaar Jan Rombouts. Tien jaar geleden was dat minder evident geweest. Een heel leuke evolutie.”