Souffleur, wat is de betekenis van 'blow-up'?

Charif Benhelima, ‘Morningside Avenue, Harlem 2001’, 2001, Cera-collectie bij M Leuven

Charif Benhelima, ‘Morningside Avenue, Harlem 2001’, 2001, Cera-collectie bij M Leuven, foto: de kunstenaar

SOUFFLEUR

Blow-up

“Souffleur (de; m/v; meervoud: souffleurs): iemand die de toneelspeler zijn rol influistert.’’ Volgens Van Dale helpt een souffleur je dus te herinneren wat je eigenlijk al wist. Het leek ons een mooie titel voor deze nieuwe rubriek: daarin geven medewerkers van M uitleg en achtergrond bij vaktermen die je wellicht bekend in de oren klinken, maar waarvan je misschien niet (meer) weet wat ze ook alweer precies betekenen.

Charif Benhelima, ‘Morningside Avenue, Harlem 2001’, 2001, Cera-collectie bij M Leuven

Charif Benhelima, ‘Morningside Avenue, Harlem 2001’, 2001, Cera-collectie bij M Leuven, foto: de kunstenaar

Eveline De Wilde, collectiebeheerder hedendaagse kunst: "We spreken van een blow-up wanneer een kunstenaar een kleine afbeelding opblaast tot een veel groter formaat. De techniek werd voor het eerst toegepast door de popart in de jaren 50 en 60, en kort daarna bijvoorbeeld ook door de hyperrealisten. Zoals de schilder en fotograaf Chuck Close: die is bekend geworden met reusachtige portretten van familieleden en vrienden.”


“Soms is een blow-up gemaakt in hetzelfde materiaal als de oorspronkelijke afbeelding, maar het gebeurt ook dat de kunstenaar een ander materiaal kiest, bijvoorbeeld door een foto te vergroten en dan na te schilderen op doek. Een ander voorbeeld zijn de ‘Farben’-reeksen van Gerhard Richter: afbeeldingen waarin hij de afzonderlijke pixels heeft uitvergroot. Hij maakte er onder meer glasramen mee.” 


“Een blow-up hoeft niet per se te vertrekken van een afbeelding; een voorwerp kan ook. Zo heeft Jeff Koons een hoopje Play Doh-speelgoedklei op groot formaat nagemaakt in aluminium.”


“Achter een blow-up kunnen verschillende ideeën zitten. In de popart is het vaak een manier om alledaagse objecten meer zeggingskracht te geven. Als toeschouwer zie je een beeld dat op het eerste gezicht doodgewoon lijkt, maar doordat het zo uitvergroot is, ga je nadenken over wat je nu eigenlijk ziet. En, meer in het algemeen, over hoe we omgaan met beelden, met materialen, en zelfs met onze omgeving.”


“Maar er hoeft niet per se een diepere betekenis achter te zitten. Een kunstenaar kan ook een blow-up maken om puur esthetische redenen – omdat hij het mooi vindt, of als visueel experiment.”


“De blow-uptechniek wordt nog steeds gebruikt. Bijvoorbeeld door Charif Benhelima, een Belgisch fotograaf en beeldend kunstenaar. Van hem is een blow-up te zien in ‘De Tien’, de collectiepresentatie die nog tot maart 2024 in M loopt. Het werk heet ‘Morningside Avenue, Harlem 2001’ en komt uit een reeks. Tussen 1999 en 2002 woonde Benhelima in de New Yorkse wijk Harlem. Met zijn polaroidcamera maakte hij er snapshots van de mensen en het leven op straat. Voor dit werk is hij vertrokken van een polaroidfoto van een voorbijganger, die hij op groot formaat – 120 bij 120 centimeter – heeft afgedrukt op een glasplaat met een aluminiumcoating. Zo ontstaat er een blinkend effect. In combinatie met het grote formaat en de fuchsia kleuren roept dat intrigerende vragen op. Wie is die man? Waar komt hij vandaan, waar gaat hij heen? Vanwaar die opvallende kleuren? Het zorgt ervoor dat je anders gaat kijken. Precies wat een blow-up beoogt.”