Kato Six over haar eerste grote solotentoonstelling in M

Kato six over haar eerste grote solotentoonstelling in M

Image
Portretfoto Kato Six
© Eline Willaert voor M Leuven

Kato Six bouwt al minstens tien jaar aan een veelzijdig en eigenzinnig oeuvre. Vorig jaar was er al werk van haar te zien in de groepstentoonstelling ‘The Constant Glitch’; vanaf 14 oktober krijgt ze in M haar eerste grote solotentoonstelling.

Image
Portretfoto Kato Six
© Eline Willaert voor M Leuven

Ik hoop dat ik mensen anders kan leren kijken

Kato Six

“En daar ben ik erg blij mee. Er zijn veel jonge Belgische kunstenaars die interessant werk maken, dus het is fijn dat M mij heeft uitgenodigd. Ik toon er nieuwe stukken, tapijten onder meer, maar ook werken uit de voorbije vijf, zes jaar. Daarvoor ben ik terug gaan blikken, en dat was soms best verrassend. In mijn notities van een paar jaar geleden las ik bijvoorbeeld dat ik toen al met het idee speelde om tapijten te maken, terwijl ik juist dacht dat het een vrij recente gedachte was.”

 

“Bij de tentoonstelling hoort ook een publicatie over mijn oeuvre tot nu toe. We zijn er volop mee bezig, samen met de schrijvers en de vormgevers. Het is fijn om al het werk van de afgelopen jaren te zien samenkomen in een boek.”

 

Heel wat kunstenaars hadden te lijden onder de coronacrisis. M heeft samen met Cera en stad Leuven werken gekocht om hen te steunen en er de tentoonstelling ‘The Constant Glitch’ mee opgezet. Jij was een van die kunstenaars.

“Naast mijn kunstenaarspraktijk doe ik ook freelancewerk, onder meer bij de opbouw van tentoonstellingen. Door corona viel dat weg. Ik zag ook dat collega-kunstenaars het moeilijk kregen, en dat heb ik op sociale media aangekaart. Ik was erg blij dat M met ‘The Constant Glitch’ in de bres sprong. Niet alleen vanwege de financiële steun, maar ook omdat mijn werk én dat van anderen zo meer zichtbaarheid kreeg.”

Ritmisch tikkende breinaalden

Hoe zou je je werk zelf omschrijven?

“Het is vrij formeel – ik vertrek vaak van vormen en materialen uit onze dagelijkse omgeving, die ik vervolgens in een andere context plaats. Ik vertel nooit echt een verhaal, maar maak abstracte verwijzingen naar objecten en materialen die dikwijls in ons collectieve geheugen zitten. Formica bijvoorbeeld, een mate­riaal waar ik al een paar keer mee heb gewerkt. Vroeger werd het veel gebruikt voor tafelbladen en schoolbanken, waar het meestal werd afgezoomd door een typische zwarte rand. Die rand gebruik ik ook in mijn werk. Tegelijk is formica een materiaal dat vaak terugkeert in de re­cente kunstgeschiedenis. Kunstenaars als Richard Artschwager gebruikten het veel in de jaren 60.”

 

“Ik werk regelmatig met artificiële materialen die natuurlijke materialen imiteren. Ze pretenderen iets te zijn wat ze niet zijn. Formica bijvoorbeeld heeft vaak een steen- of houttekening, maar het is 100% kunststof. Op de website van Formica – da’s eigenlijk een merk­naam - las ik de slogan ‘Bring nature to your home’. Ook de namen van hun producten zitten in die sfeer: Volcano, Aqua, Rosemary... Die rare, verwrongen relatie met de natuur boeit me. Kennelijk hebben we graag natuur om ons heen, maar dan wel liefst een synthetische nabootsing ervan. Solid surface is ook zo’n synthetisch materiaal – het wordt veel gebruikt voor keukenbladen, waar het een stenen oppervlak imiteert. Het werk ‘Spinning Lines, Twisting Thoughts’, dat ook te zien zal zijn in M, is ervan gemaakt.”

 

“Of neem dat plastic met marmermotief dat je op rollen kan kopen in de Brico. Dat plakten ze vroeger vaak op de binnenkant van lades, maar ik gebruik het om sculpturale volumes te bekleden. Zo geef ik dat lelijke materiaal iets van zijn waarde terug. Het verwijst weer naar echt marmer. En tegelijk blijft die associatie met oude lades er nog aan vasthangen.”

 

Verschillende van je werken verwijzen naar textiel. Toch heb je tot zeer recent gewacht om ook echt met textiel te gaan werken.

“Ik ben met textiel opgegroeid, en ik heb er veel herinneringen aan: bobijnen wol die rondslingeren in huis, het ritmische getik van breinaalden, het geluid van het pedaal van het spinnewiel... En toch heb ik lang vermeden om zelf textiel­werk te maken, misschien net omdát het zo aanwezig was. Enkele jaren ge­leden ben ik begonnen met een reeks gedetailleerde potloodtekeningen van brei- en haakpatronen – ‘Striped Knitwear’ en ‘Crochet Series’. Dat was heel arbeidsintensief en repetitief om te doen. Alleen al het krassende geluid van het potlood op het papier was bijna meditatief. Dat repetitieve en medita­tieve heb je natuurlijk ook als je écht breit of haakt. En juist dat wilde ik vatten in die tekeningen.”

 

“Eind 2021 ben ik dan toch met textiel aan de slag gegaan: ik heb een serie wandtapijten gemaakt voor het 50-jarig bestaan van het Vlaams Parlement. Daar maken ze inmiddels deel uit van de permanente collectie. En voor de ten­toonstelling in M ben ik nu een serie van zes grote tapijten aan het tuften – met een tuftpistool schiet je draden langs de achterzijde door een opgespannen canvas heen. Mijn eerste idee was om de tapijten te laten weven, maar dat was toch wat prijzig, dus zo ben ik bij tuften uitgekomen. Ik heb er filmpjes over bekeken op YouTube, en het leek me wel doenbaar. En de handeling zelf heeft ook weer dat repetitieve en fysieke.”

 

“Op alle tapijten keert hetzelfde motief terug: een lijntekening waarin je een mattenklopper kan herkennen. Op elk tapijt ziet die er net even anders uit. ‘t Is een heel herkenbaar motief, maar het kan ook een abstracte vorm blijven. De mattenklopper verliest ook zijn functie – je kan ‘m moeilijk gebruiken om het tapijt uit te kloppen als hij in datzelfde tapijt geweven is (lacht).”

 

“Die tapijten zijn wel maar een momentopname in mijn kunstpraktijk. Ik wil niet per se nog veel meer tapijten maken. Ik ben geïnteresseerd in het materiële aspect van textiel, maar het resultaat hoeft daarom geen textielwerk te zijn.”

Stillevens in 3D

Je werken zijn ooit omschreven als drie­dimensionale stillevens: installaties die gebaseerd zijn op herinneringsbeelden. Ze vormen een verre echo van gebruiksvoorwerpen, vaak uit de huiselijke sfeer. Hoe kom je van zo’n herinnering tot een kunstwerk?

“Herinnering is misschien niet het goede woord – ik zie het meer als herkenning. Ik gebruik vormen en materialen die de toeschouwer herkent, zodat hij er een intuïtieve connectie mee heeft. Dat is nodig, anders heeft hij geen ankerpunt. Maar tegelijk is er iets belangrijks verloren gegaan – bij die mattenklopper is dat bijvoorbeeld de functie. Daardoor wordt de toeschouwer zich sterker bewust van de materialiteit van zo’n alledaags object. Ik vind het zelfs oké als de toeschouwer er niets in herkent, maar het werk op een abstract niveau mooi vindt. Veel van mijn werken zijn best wel esthetisch. Ik ben niet bang van schoonheid.”

 

“En over dat huiselijke: dat is veel ruimer dan alleen maar dingen die je in huis hebt. Het gaat eerder om: hoe voelen we ons thuis in de vormen en ma­terialen die ons omringen? Al verwijzen mijn brei- en haaktekeningen wel naar activiteiten die gewoonlijk binnenshuis gebeuren, dikwijls door vrouwen ook.”

 

“In ‘The Constant Glitch’ in M was ‘Background Hum: Outer Hebrides’ te zien: een diamantvormig volume dat ik bekleed heb met behangpapier met het motief van een berglandschap. Het zal ook te zien zijn tijdens mijn solotentoon­stelling. In dat werk kijk ik als het ware van binnen – het behangpapier – naar buiten – het landschap. Het werk stelt vragen over hoe we kijken, over hoe wij ons verhouden tot de ruimte en omgekeerd: wat is voorgrond en wat is achtergrond, en bestaan die catego­rieën eigenlijk wel?”

 

“Toen ik het werk maakte, stelde ik me vooral de vraag: hoe beleven we een landschap, en wat is een landschap eigenlijk – is het iets reëels, of is het een constructie in ons hoofd? Op de slaapkamer van mijn grootouders hing vroeger behang met een motief van een berglandschap. Lange tijd dacht ik bij ‘gebergte’ dus aan dat behang. Toen ik veel later voor het eerst echt in de bergen kwam, was dat een overweldi­gende ervaring, maar tegelijk besefte ik dat ik die ervaring onmogelijk kon meenemen. ‘Background Hum’ was een poging om ze toch vast te leggen. Op een lichte, ik denk zelfs humoristische manier – er zit humor in mijn werk, al komt die er niet altijd duidelijk uit (lacht).”

Anders gaan kijken

Je werken hebben een bijzondere verhouding met de ruimte: ze rusten direct op de grond, zonder sokkel, en leunen tegen de muur of zelfs tegen een radiator. Wat wil je daarmee bereiken?

“In M toon ik mijn tapijten rug aan rug op grote draagstructuren. Het is de eerste keer dat ik in zo’n grote museumzaal exposeer – tot nu toe was mijn werk vooral te zien in kleinere projectruimtes en galeries. Meestal ga ik dan op zoek naar de marges van de ruimte: hoe verhoudt mijn werk zich tot details als een stopcontact, een radiator... Voor mij is dat een manier om de status van het werk te relativeren, om het van zijn spreekwoordelijke sokkel te halen. In een grotere ruimte vind ik dat minder vanzelfsprekend, maar ook nu ga ik die details opzoeken en kijken of ik rare hoeken in de ruimte kan gebruiken.”

 

“Je vergeleek mijn werk daarnet met stillevens. Daar is wel iets van aan: het lijkt soms in scène gezet, en het verwijst ook naar het dagelijks leven. Alleen: het zijn wel stillevens in 3D. De toeschouwer kan dichterbij komen, een stapje terug­zetten, eromheen lopen... Die beweging is belangrijk, ze voegt betekenis toe. Zeker in mijn latere werk – de oudere werken zijn iets statischer.”

 

Je speelt wel vaker met de spanning tussen 2D en 3D.

“Eigenlijk zie ik al mijn werk als 3D. Neem nu die breitekeningen: daar zit diepte in, er lopen lijnen over en onder elkaar door... Je beleeft die tekeningen ook anders als je ze vanuit een andere hoek bekijkt.”

 

“Ik maak ook dust pieces, stofwerken zeg maar. Het stof is afkomstig van materialen als MDF – geperste houtvezels. Die behandel ik met een schuurmachine, en de stofdeeltjes richt ik via de machine naar een muur. Door statische elektriciteit blijven ze tegen die wand kleven, en met behulp van sjablonen creëer ik er patronen en geometrische vormen mee. Zo’n tekening lijkt vlak, maar voor mij is dat een 3D-werk. Een stofdeeltje heeft drie dimensies – het is de kleinst mogelijke vorm van het materiaal waarmee ik werk, in dit geval dus MDF. En tegelijk roept zo’n werk een ander werk op dat ik niet gemaakt heb, maar wel had kunnen maken. ’t Is als het ware de schaduw van dat niet-bestaande werk – een poëtisch idee.”

 

“Nu, ik vertrek altijd vanuit het mate­riaal, het maakproces, mijn lichaam ook – niet vanuit een theorie of een concept. Vandaar misschien dat ik moeilijk onder woorden kan brengen waar mijn werk precies over gaat: als ik er vlot over kon spreken, zou ik waarschijnlijk ander soort werk maken (lacht).”

 

“Mijn werk is vaak arbeidsintensief. Ik besteed niet snel iets uit, en als ik het doe, heb ik er soms minder affiniteit mee. Het lichamelijke is een belangrijk aspect in mijn werk. Ik heb verschillende werken gemaakt die bestaan uit dikke bundels touwen met veel lussen en knopen. Die touwen zijn heel zwaar, je moet er echt aan sleuren om er beweging in te krijgen. Ik vind het inte­ressant om na te gaan hoe mijn lichaam bijdraagt tot de totstandkoming van een werk, en wat het materiaal zelf doet of mij laat doen. Dat maakt mijn werk ook sensitief.”

 

Wat mogen bezoekers van je tentoon­stelling verwachten? Is er een bepaalde ervaring die je ze zou willen meegeven?

“Als ze uit de tentoonstelling naar buiten stappen, hoop ik dat ze meer aandacht krijgen voor ogenschijnlijk onbete­kenende details, voor terugkerende patronen, voor het idee dat een ruimte verandert naargelang de manier waarop je je erin beweegt. Dat ze een beetje anders gaan kijken.”

Wie is Kato Six?

Kato Six (°1986) werd geboren in Brugge. Ze studeerde grafisch ontwerp en behaalde een master in multimediale vormgeving aan het KASK in Gent. Ze woonde achtereenvolgens in Berlijn, Amsterdam en Brussel.

 

In 2012 was ze artist-in-residence bij WIELS. Sindsdien deed ze nog diverse andere residenties, exposeerde ze in galeries en deed ze mee aan groepstentoonstellingen. Haar werk zit in verschillende collecties. In M heeft ze haar eerste grote solotentoonstelling.

Image
© Eline Willaert voor M Leuven

Kato Six, van 14.10.22 tot 26.02.23 in M