Curator Peter Carpreau en cartoonist Lectrr over ‘DIERIC BOUTS. Beeldenmaker’
Curator Peter Carpreau en cartoonist Lectrr over ‘DIERIC BOUTS. Beeldenmaker’
Het is dé grote najaarstentoonstelling in M: ‘DIERIC BOUTS. Beeldenmaker’. Niet te missen – om meer dan één reden.
De tentoonstelling is een unieke kans om Bouts van dichtbij op de vingers te kijken. Nooit eerder werden zoveel werken van de 15e-eeuwse meester en zijn navolgers samengebracht in ‘zijn’ stad. Uit heel de wereld komen ze: het Louvre in Parijs, het Prado in Madrid, de National Gallery in Londen, musea en kerken in Firenze, Houston, Granada, San Francisco... Twee van zijn topwerken, ‘Het Laatste Avondmaal’ en ‘De marteling van de heilige Erasmus’, hebben zelfs tijdelijk de overstap gemaakt vanuit de Sint-Pieterskerk, waar ze zich al eeuwenlang bevinden.
Maar er is nog een goeie reden om naar M te komen. Bouts wordt er gepresenteerd als beeldenmaker: iemand die speelde met visuele conventies en slimme trucs gebruikte om zijn publiek te verleiden, en soms zelfs te misleiden. Net zoals beeldenmakers van nu: sportfotografen, filmregisseurs, gameontwikkelaars, grafisch designers... Daarom presenteert M hun werk zij aan zij met dat van de meester. Naast lijdende Christussen en Madonna’s-met-kind zie je onder meer originele tekeningen uit de ‘Star Wars’-films, portretfoto’s van moderne iconen als Beyoncé en Lady Gaga, filmfragmenten, reclameposters en nog veel meer.
Oude meesters, nieuwe meesters
Die verrassende insteek is het geesteskind van Peter Carpreau, jarenlang afdelingshoofd oude kunst bij M. Hij zette als curator de Bouts-tentoonstelling mee op poten en betrok er beeldenmakers van nu bij. Zoals Steven Degryse, beter bekend als de cartoonist Lectrr. Voor de tentoonstelling maakte hij een montage van tekeningen rond het thema ‘Bouts als leermeester’.
Lectrr: “Toen M me vroeg, was ik vooral geïntrigeerd. En ook wel wat geïntimideerd. Ik ben gefascineerd door oude meesters, maar ik dacht ook: wil ik me met hen meten? Kán ik dat?”
“Ik heb de vraag dan geherformuleerd: wat hebben die schilders mij geleerd? En kunnen anderen op hun beurt iets van mij leren? In de tijd van Bouts ging je als jonge knaap in de leer bij een meester. Zelf ben ik afgestudeerd als ‘meester in de beeldende kunsten’, met de laatste lichting van die opleiding trouwens. Nu leren jonge gasten de kneepjes van het vak door naar filmpjes op YouTube te kijken. Maar het principe is hetzelfde gebleven: het metier wordt van generatie op generatie doorgegeven. Daarom blijft Bouts actueel, ook voor makers van nu.”
Worstelen met Bouts
Peter Carpreau: “Het idee voor een Bouts-tentoonstelling dateert van tien jaar geleden. Er bestond al wel een catalogus die zijn volledige oeuvre wetenschappelijk beschreef, maar ik bleef toch met vragen zitten. Waarom kijk ik eigenlijk naar Bouts? Kunnen we na al die tijd nog wel doordringen tot zijn werk? Ik heb Bouts benaderd als iemand die ik niet snap, iemand met wie ik moet worstelen.”
“Sinds de romantiek bestaat het beeld van de kunstenaar als getroebleerd genie. Dat gaat terug op de 16e-eeuwse kunstenaarsbiografieën van Vasari, die zelf weer teruggreep naar middeleeuwse heiligenlevens. Maar het is een enorme verarming. Beeldend kunstenaars zijn altijd ook vakmensen geweest die doelbewust een breed arsenaal van trucs en technieken inzetten om de blik van de toeschouwer te sturen. Om de kijker te manipuleren, zou je kunnen zeggen.”
“Als je Bouts bekijkt als beeldenmaker, en niet als kunstenaar, wordt hij veel interessanter. Omdat je vrijer gaat kijken, zonder het gewicht van al je kennis. Zo zijn we op het idee gekomen om zijn werk te confronteren met dat van hedendaagse beeldenmakers: fotografen, regisseurs, gameontwikkelaars, cartoonisten zoals Lectrr... Ik heb ervoor moeten vechten, maar ik ben erg blij dat het gelukt is. Bezoekers zullen hun verwachtingspatroon wat moeten bijstellen. Ja, in een museum zie je kunst – maar wat is dat, kunst?”
Leuven in het jaar nul
“Typisch voor Bouts zijn de fantastische, sterk uitgewerkte landschappen. Ik vroeg me af: waar heb ik dat nog gezien? Tot ik besefte: in de sciencefiction! Makers van scifi en fantasy creëren complete nieuwe werelden waarin elk detail moet kloppen. Pas dan ben je als toeschouwer bereid om in hun wereld mee te stappen. Vandaar de keuze om in M originele tekeningen voor de ‘Star Wars’-films te tonen.”
Lectrr: “In die films wordt er voortdurend met lichtzwaarden gezwaaid. Als kijker weet je dat die niet echt bestaan, maar je accepteert ze omdat alle andere details in het ‘Star Wars’-universum ook kloppen: al die verschillende planeten met hun eigen culturen en wezens, de sprekende machines, de landschappen die duidelijk niet van deze wereld zijn...”
“Bouts werkt net zo. Op ‘Het Laatste Avondmaal’ heeft hij in de achtergrond het Leuvense stadhuis geschilderd. Natuurlijk zijn Jezus en zijn apostelen nooit echt in Leuven gaan eten, al was het maar omdat het horeca-aanbod daar rond het jaar nul vrij beperkt was (lacht). Maar toch is die combinatie realistisch.”
Carpreau: “Het is overigens heel bijzonder dat de originele ‘Star Wars’-tekeningen nu in België te zien zijn. Ze zijn in de jaren 80 en 90 getekend door onder meer Ralph McQuarrie en Steven Spielberg en worden bewaard in het museum van George Lucas, de regisseur van ‘Star Wars’. Het zijn prachtige werken, die je voor mij gerust kunst mag noemen.”
Klets in het gezicht
Carpreau: “De ‘Star Wars’-tekeningen zijn maar één voorbeeld van hoe de tentoonstelling oude en hedendaagse werken met elkaar confronteert. Dat is niet gratuit. De onderliggende boodschap is: vergeet even wat je weet, en laat het beeld tot je spreken. Vraag je af wat het met je doet, en hoe de maker dat effect bereikt heeft.”
“Veel museumbezoekers lezen eerst wat er op het bordje staat en kijken dan pas naar het werk. Maar zelfs wie geen enkele affiniteit heeft met het christendom, wordt overrompeld door de kracht van ‘Het Laatste Avondmaal’. Waarom hangen musea nog altijd vol eeuwenoude schilderijen? Omdat die ons aanspreken als beeld. Niet per se om hun inhoud.”
Lectrr: “Tegenwoordig worden we overspoeld met beelden, maar in de tijd van Bouts vond je ze haast alleen in kerken. De Sint-Pieterskerk binnengaan en ‘Het Laatste Avondmaal’ zien: dat moet voor die mensen echt een schok zijn geweest – een klets in het gezicht! En vergeet niet: ze waren vaak ongeletterd, dus zij begrepen evenmin iets van de theologische achtergronden.”
Cyberspace in de 15e eeuw
Lectrr: “Door met die bril naar de oude meesters te kijken, stelde ik mezelf de vraag: wat wilden zij dat de toeschouwer in hun werk zou zien, en hoe hebben ze dat aangepakt? Zo herkende ik technieken die ik ook in mijn eigen werk gebruik.”
“De meeste mensen kennen me van mijn cartoons in De Standaard. De lezer moet die in een paar seconden snappen, anders bladert hij door. Dat lijkt misschien simpel, maar dat is het niet. Ik bepaal hoe de lezer kijkt – als een dictator, zeg ik soms. Ik gebruik bijvoorbeeld zichtlijnen waardoor je onbewust eerst naar de aanzet van de grap kijkt en pas daarna naar de pointe. Ik werk ook met terugkerende kleuren: CD&V’ers krijgen altijd een oranje jasje, Open VLD’ers een blauw... Bouts werkte net zo: de figuur van Maria herken je bijvoorbeeld aan haar rode en blauwe kledij.”
Carpreau: “Dát is wat mij boeit: hoe een beeldenmaker anticipeert op hoe de toeschouwer zal kijken, en daarop inspeelt. Bouts schildert bijvoorbeeld een weg of een rivier die door een landschap slingert, en leidt zo je blik de diepte in.”
“Nog zoiets: perspectief. Samen met Petrus Christus, die ook in de tentoonstelling te zien is, was Bouts de eerste schilder in de Nederlanden die werkte met het zogeheten vluchtpuntperspectief. In onze ogen ziet dat er perfect realistisch uit, maar da’s omdat we aan die manier van voorstellen gewend zijn geraakt. 500 jaar lang hebben beeldend kunstenaars zo gewerkt, tot Picasso dat helemaal overhoop gooide. In M kan je op een groot scherm kijken naar Maze War, een videospelletje uit de jaren 70: de eerste game die 3D-effecten gebruikte om de illusie van een virtuele ruimte op te roepen. Precies wat Bouts deed in zijn tijd – cyberspace in de 15e eeuw!”
Lectrr: “Nu moet ik wel zeggen: zodra je doorhebt welke technieken kunstenaars gebruiken om je te beïnvloeden, ga je die overal zien. Bij andere kunstenaars, in films, in reclame... Dat ‘onttovert’ soms wel, alsof je naar een goochelaar kijkt die zijn eigen truken uitlegt.”
Carpreau: “Ja, maar het maakt je ook weerbaarder als je doorhebt hoe beelden je kunnen manipuleren – da’s wat we beeldgeletterdheid noemen. Bouts gebruikte beelden als retorische middelen om mensen te overtuigen: in deze Instagram-tijden is dat uitermate actueel.”
Kijken als een kind
Carpreau: “Als ik bezoekers één ding zou mogen aanraden, dan is het: denk niet te veel na. Kijk, met open blik. Je zal bijvoorbeeld portretten van de lijdende Christus zien naast foto’s van sporters die aan het afzien zijn. Probeer die foto’s eens te bekijken alsof het werken van Bouts waren, en omgekeerd.”
Lectrr: “Ik heb kinderen, en die zijn die onbevangen blik nog niet kwijt. Niks zo mooi als naar een museum gaan met jonge kinderen. Omdat die nog écht kijken.”
Carpreau: “Ik hoop dat bezoekers die onbevangen blik na afloop ook meenemen naar buiten. Wedden dat je die visuele technieken op andere plaatsen zult herkennen: in reclamespots, op affiches, op boekomslagen...”
Lectrr: “Of in cartoons in de krant. Zolang ze maar niet al mijn trucjes doorkrijgen (lacht).”